Kribben varen
Stroming en kribben varen
Dit stuk gaat over stroming op een rivier en hoe je stroom opwaarts kunt varen met de miste inspanning.
Eerst ga ik een stuk vertellen wat de stroming doet op een rivier. Daarna ga ik specifiek in op het varen van kribben.
Stroming op de rivier
Rechte rivier
Bij stroming op een rechte rivier zal het water in het midden van de rivier sneller stromen dan het water aan de zijkanten (in het plaatje is dit weergegeven doordat de pijlen die de stroomrichting aangeven dichter op elkaar staan dan de pijlen die aan de zijkant zijn weergegeven). Hoe harder de rivier stroomt hoe meer dit verschil waarneembaar zal zijn.
De twee kajakkers hier op de afbeelding varen alle twee stroomopwaarts. De rode kajakker zal echter een aanzienlijk grotere inspanning moeten leveren dan de paarse kajakker. Dit is wel sterk afhankelijk van de hoeveelheid stroming die er staat.
Stroming op een rechte rivier
Stroming in de bocht van een rivier
In een bocht van een rivier gedraagt de stroming zich net wat anders dan op een recht stuk rivier. De grootste stroming verplaatst zich namelijk naar de buitenkant van de bocht. Als je dus eerst helemaal rechts aan de zijkant aan het varen was, dan is het verstandig om de rivier over te steken en de binnenbocht te nemen. Het zal hier vele malen makkelijker zijn om vooruit te komen dan in de buitenbocht.
Hier naast is dit in het plaatje weergegeven. De rode kajakker heeft wederom de verkeerde positie gekozen op de rivier. Als hij niet besluit om aan de andere kant van de rivier te gaan varen, zal hij met dezelfde inspanning minder snel vooruitkomen dan een kajakker aan de binnenkant van de bocht.
Stroming in de bocht van een rivier
Stroming na een bocht
Kribben varen
Kribben varen is voor mij een sport op zich. Je kunt er tijdens het stroom opwaarts varen veel voordeel van hebben. Zo is mijn gemiddelde snelheid op niet stromend water ergens tussen de 7 en 7,5 km/u. Als ik echter dezelfde afstand eerst de helft stroom opwaarts vaar en daarna dit stuk stroom afwaarts dan kom ik op een gemiddelde snelheid van ergens tussen de 8 en 8,5 km/u. Dit komt alleen omdat ik mijn plaats op de rivier tactisch uitzoek en vooral redelijk goed kan kribben varen
Keerstroom op een stormende rivier
Zoals hiernaast op het plaatje te zien is, staat de stroming op de rivier natuurlijk stroomafwaarts. Echter tussen de twee kribben bij de walkant is de situatie anders. Daar staat de stroming rivier op.
In de krib zijn een paar turbulente gebieden waar het onduidelijk is welke kant het water opstaat. deze is vaak te herkennen als een soort "bloemkolen" op het wateroppervlak. In dit gebied kan de kajak makkelijk van richting veranderen en heeft de peddel minder houvast op het water.
Hoe groot en sterk dit effect is is afhankelijk van de stroomsnelheid, vorm en grote van de kribben.
Kribbetje varen
De kajak is vaak wendbaar genoeg om gebruik te maken van deze keerstroom tussen de kribben. In het plaatje is globaal weergegeven hoe dit te werk gaat.
Door dus niet op de hoofdstroom te blijven varen kan je (grote) voordelen behalen van het zetje mee dat je krijgt.
Afhankelijk van het gedrag van het water tussen de kribben kan je dan meer een U-vorm varen of meer een V-vorm varen.
Als ik merk dat er net voorbij het kribhoofd een sterke stroming staat richting walkant dan zal ik de U-vorm kiezen. Als ik in die situatie namelijk een V-vorm probeer te varen zal ik behoorlijk wat correctieslagen moeten maken omdat de stroom mij steeds wegduwt van de koers die ik dan wil varen.
Als het wat rustiger stroomt in een krib dan zal ik eerder de V-vorm kiezen. want de afstand die dan gevaren wordt is wat korter.
De kribhoofd passeren
In de eerdere plaatjes heb ik het nog niet goed kunnen laten zien hoe je een kribhoofd passeert. De stroming kan daar namelijk behoorlijk sterk zijn en als de manoeuvre niet goed uitgevoerd wordt zit je 90 graden gedraaid midden op de rivier of boven op de basaltblokken van de krib.
Daarom even wat nadere toelichting hoe de stroming staat en hoe je je daarop kunt voorbereiden.
De stroming bij het kribhoofd is sterk afhankelijk van de vorm van de krib (en natuurlijk de hoeveelheid stroming die er staat). Bij een scherp gevormde krib zal op de kop van de krib de stroming meer richting het midden van de rivier staan.
In het volgende plaatje is dit weergegeven.
Bij een krib waarbij het kribhoofd stomper is, zal de stroming meer parallel aan de rivier lopen.
Dit is hier naast weergegeven
Omdat ik van te voren niet goed kan bepalen hoe het kribhoofd er uit gaat zien, doe ik alsof de krib 1,5 tot 2 meter breder is. en vaar ik op deze denkbeeldig vergrote lijn. Dit doe ik om twee redenen:
- Ik creëer manoeuvreer ruimte zo dat ik nog ruimte heb om te sturen
- Ik zorg dat ik afstand heb tot de onderwater gelegen basalt blokken. Een krib loopt nl. geleidelijk af en onderwater kunnen nog basaltblokken liggen waar ik op vast kan lopen.
Bij de passage van het kribhoofd moet je zorgen dat je parallel aan het kribhoofd vaart. Als je dat niet doet zoals in het volgende plaatje, dan zal de waterstroming je naar het midden van de rivier duwen en als je pech hebt ben je dan weer stroomafwaarts aan het varen. Je kunt dit natuurlijk compenseren, maar dat kost kracht en moeite.
In het volgende plaatje ligt de kajakker voordat het kribhoofd gepasseerd wordt al parallel aan de rivier. De stormingsdruk op de voorkant van de kajak zal minder groot zijn.
Daarnaast heb je nu voldoende ruimte (en tijd) om eventueel een stuurslag uit te voeren zodat de neus van de kajak niet weggeduwd wordt.
Reactie plaatsen
Reacties