Boogslag

In dit stuk bespreek ik wat er gebeurt bij het maken van een boogslag. Wat gebeurt er dan met je kajak.

De boogslag is na de voorwaartse slag de tweede peddeltechniek die de beginnende vaarder feitelijk leert. We kunnen nl. niet altijd rechtdoor varen en zullen of moeten omdraaien of bochten moeten maken om weer op een plek te komen waar we kunnen uitstappen.

De draaibeweging

De basis van de boogslag is dat er zoveel mogelijk een halve cirkel gemaakt wordt (van voor naar achteren of andersom). Hierbij is de kajakker het middelpunt van de halve cirkel en zal de kajak om dit middelpunt gaan draaien. In het volgende plaatje is dit weergegeven. De grijze halve cirkel geeft aan dat de peddel aan de linkerkant van de kajak van voor naar achteren beweegt over de zwarte lijn.
De voor- en achterkant van de kajak bewegen in de richting van de pijlen. Gevolg is dat de kajak met de klok mee zal draaien.

Als je je been dat aan de kant zit waar de peddel zit dan ook nog duwt tegen de voetsteun (hier je linker been) dan zal de kajak sneller draaien door de je je punt van je kajak wegduwt.

Tekening van kajak die een bocht maakt

Wat er met de kajak gebeurt is afhankelijk van of een kajak stil ligt of dat de kajak aan het varen is. ik zal de verschillende situaties hieronder uitleggen

Gedrag bij stil liggende kajak

Dit stukje is eenvoudig en kort. Het gedrag van de kajak is zoals hierboven beschreven.


Gedrag bij varende kajak

Het gedrag van de kajak als je aan het varen bent is in basis hetzelfde als bij een stil liggende kajak, maar er komt wel iets meer bij kijken en zal verklaren waarom je merkt dat de kajak bij de punt maar een klein stukje verschuift ten opzichte wat de achterkant van je kajak doet.

Het volgende stukje over stroming rond de kajak vertel ik vaker. Dit is omdat op het moment dat er water om de kajak heenstroomt er in eens natuurkundige krachten bij komen die een sterk effect hebben op de kajak. En om te voorkomen dat iedereen steeds weer even moeten zoeken op de website wat er ook al weer gebeurt herhaal ik het maar even. Het is per slot maar een klein stukje en verklaart erg veel.

Zoals beloofd eerst een stukje hydrodynamica

Als er water stroomt langs een kajak (of welk ander object ook) staat de grootste druk op de punt van de kajak. Naarmate het water verder langs de kajak stroomt zal het water door de wrijving met de kajak langzamer stromen langs de kajak. Hierdoor zal de druk aan de achterkant van de kajak lager zijn dan aan de voorkant. Dit wordt in het plaatje aangeduid met de pijlen.

Het is wel belangrijk om aan te geven dat de kajak t.o.v. het water moet bewegen.

Kajak/kano in de stroming

De voorkant van de kajak heeft een hogere druk dan de achterkant van de kajak. Dat betekend dat de voorkant van de kajak vaster in het water ligt dan de achterkant. De achterkant zal dan ook makkelijker zijwaarts kunnen verplaatsen dan de voorkant

Als de kajak perfect uitgebalanceerd is, zal de voorpunt en de achterpunt evenveel verplaatsen en zal je een mooie bocht gaan maken.

Echter in veel gevallen is de kajak niet perfect uitgebalanceerd dit kan o.a. liggen aan:

  • ontwerp van de rompvorm,
  • wel of niet gebruik van een scheg,
  • belading van je kajak,
  • etc..

Bij een niet perfect gebalanceerde is het meestal zo dat je minder vast in het water ligt de de voorkant. Als je nu tijdens het varen een boogslag maakt, zal de achterpunt makkelijker van koers veranderen dan de achterpunt. Het gevolg is dus dat de voorpunt een klein beetje verplaatst en de achterpunt iets meer verplaatst.

De achterkant van de kajak zal daardoor niet meer helemaal de bocht volgen, maar er een beetje buiten de cirkel gaan zitten. In autotermen heet dit gedrag overstuur.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.